Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • borst·hol·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord borstholte borstholten
borstholtes
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de borstholtev

  1. (anatomie) lichaamsholte, gevormd door de 12 paar ribben, de 12 borstwervels en het borstbeen
  2. (biologie) holte tussen wandstandig borstvlies en longvlies
Synoniemen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid