Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rechts·zit·ting
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rechtszitting rechtszittingen
verkleinwoord rechtszittinkje rechtszittinkjes

Zelfstandig naamwoord

de rechtszittingv

  1. (juridisch) onderdeel van een proces waar het geschil wordt besproken met de rechter(s)
    • Tijdens de rechtszitting houdt de officier van justitie zijn requisitoir en de advocaat zijn pleidooi. 
     Die zaak liep hoog op met rechtszittingen tot gevolg, waarbij over en weer verwijten werden geformuleerd.[1]
Schrijfwijzen
Vertalingen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Mark Koster
    “Ex-eigenaren D-reizen krijgen 4,5 ton voor merknaam na schikking met curatoren” (6 mei 2022) op nrc.nl  
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be