pravidlo
- IPA: /pravɪdlɔ/
- pra·vid·lo
- Afgeleid van het bijvoeglijke naamwoord pravý of het zelfstandige naamwoord právo met het achtervoegsel -dlo
pravidlo o
- pra·vi·d·lo
- Afgeleid van het bijvoeglijke naamwoord pravý of het zelfstandige naamwoord právo met het achtervoegsel -dlo
pravidlo o
- regel, voorschrift
- «Na sjezdovce je nutno dodržovat základní pravidla pro bezpečný pohyb na lyžích.»
- Op de skihelling is het noodzakelijk om de basisregels voor het veilig bewegen op ski's in acht te nemen.
- «Na sjezdovce je nutno dodržovat základní pravidla pro bezpečný pohyb na lyžích.»
- regel, norm; stelsel van meestal ongeschreven gedragsregels, gebaseerd op een stelsel van waarden
- «Plaché chování zvířat je v divočině pravidlem.»
- Verlegen diergedrag is de regel in het wild.
- «Plaché chování zvířat je v divočině pravidlem.»
- Zie Wikipedia voor meer informatie.