regel
![]() |
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- re·gel
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘lijn’ voor het eerst aangetroffen in 1236 [1]
- Ontleend aan het Volkslatijnse *rẹgọla, klassiek regula ("lat, regel").
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | regel | regels regelen |
verkleinwoord | regeltje | regeltjes |
Zelfstandig naamwoord
regel m
- een zin in een tekst
- een vers in een gedicht
- een voorschrift, richtlijn, norm, standaard
- ▸ Er waren maar drie regels in haar Hippie Daycare: iedereen moest een Hawaii shirt aan tijdens het verblijf in haar tuin, je kon tegen een[2]
- (bouwkunde) een houten lat of rib van een bepaalde afmeting
- zullen we vandaag het regelwerk aanbrengen, Jan?
Dan kunnen we daar morgen de gipsplaten op vastzetten
- zullen we vandaag het regelwerk aanbrengen, Jan?
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Anagrammen
Vertalingen
1. een zin in een tekst
2. een vers in een gedicht
3. een voorschrift, richtlijn, norm
Werkwoord
vervoeging van |
---|
regelen |
regel
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van regelen
- Ik regel.
- gebiedende wijs van regelen
- Regel!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van regelen
- Regel je?
Gangbaarheid
- Het woord regel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "regel" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "regel" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018),
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be