pelgrim
- pel·grim
- Van Latijn pelegrinus, mogelijk via Oudfrans peligrin, pelerin. In de betekenis van ‘bedevaartganger’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pelgrim | pelgrims |
verkleinwoord | pelgrimmetje pelgrimpje |
pelgrimmetjes pelgrimpjes |
de pelgrim m
- (religie), (persoon) iemand die een bedevaart onderneemt
- Er trekken heel veel pelgrims naar Mekka.
- ▸ Zo kwam ik bij de vraag: geloof ik in God? Hoewel ik protestant ben opgevoed en mijn hele leven als religieuze pelgrim op zoek naar God van kerk naar kerk zwierf ben ik nooit een grote fan van predikanten geweest.[3]
- ▸ "Het Landschap met de prediking van de H. Drogo" is een doek van 144 op 424 centimeter. In een breed landschap staat de heilige pelgrim met herdersstaf en hond, omringd door zieken en kreupelen die naar hem opkijken.[4]
- (dierkunde) slechtvalk
- [1] bedevaartganger
- pelgrimage, pelgrimschap, pelgrimshaven, pelgrimshoed, pelgrimsinsigne, pelgrimskerk, pelgrimsoord, pelgrimspad, pelgrimsroute, pelgrimsstaf, pelgrimstocht
- Het woord pelgrim staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pelgrim" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "pelgrim" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ pelgrim op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Weblink bron “Schilderij Gentse Sint-Baafskathedraal zwaar beschadigd” (Woensdag 6 februari 2002 om 00:00), De Standaard
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be