pedofiel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pe·do·fiel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pedofiel | pedofielen |
verkleinwoord | pedofieltje | pedofieltjes |
Zelfstandig naamwoord
pedofiel m
- (seksualiteit) een volwassene die verlangt naar seksueel contact met kinderen
Antoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. een volwassene die verlangt naar seksueel contact met kinderen
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | pedofiel | pedofieler | pedofielst |
verbogen | pedofiele | pedofielere | pedofielste |
partitief | pedofiels | pedofielers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
pedofiel
- behorende tot het verlangen van een volwassene naar seksueel contact met kinderen
Vertalingen
1. behorende tot het verlangen van een volwassene naar seksueel contact met kinderen
Gangbaarheid
- Het woord pedofiel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pedofiel" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be