gerontofiel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: gerontofiel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ge·ron·to·fiel
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van het Griekse 'gérōn' (genitief gérontos) (oude man) met het achtervoegsel -fiel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gerontofiel | gerontofielen |
verkleinwoord | gerontofieltje | gerontofieltjes |
Zelfstandig naamwoord
de gerontofiel m
- (seksualiteit) iemand met een seksuele voorkeur voor bejaarden
Antoniemen
stellend | |
---|---|
onverbogen | gerontofiel |
verbogen | gerontofiele |
Bijvoeglijk naamwoord
gerontofiel
- voorkeur hebbend voor geslachtelijke liefde met bejaarden
Vertalingen
1. voorkeur hebbend voor geslachtelijke liefde met bejaarden
Gangbaarheid
- Het woord 'gerontofiel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.