Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • over·vloe·dig
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen overvloedig overvloediger overvloedigst
verbogen overvloedige overvloedigere overvloedigste
partitief overvloedigs overvloedigers -

Bijvoeglijk naamwoord

overvloedig

  1. in ruime hoeveelheid aanwezig
     Je ziet ook hoe het leven langzaam uit de Route is weggetrokken. De romantiek van het verval is overvloedig aanwezig. Verlaten, met gras en onkruid overwoekerde tankstations.[1]
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Peter Giesen
    “Route Nationale 7, leuker dan de Route du Soleil” (30 juli 2014), de Volkskrant
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be