abundant
- abun·dant
- afgeleid van het Franse 'abondant' of oud-Franse 'abundant' (overvloedig)
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | abundant | abundanter | abundantst |
verbogen | abundante | abundantere | abundantste |
partitief | abundants | abundanters | - |
abundant
- abondant, overvloedig, rijkelijk
- Een abundante hoeveelheid.
- Het woord abundant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "abundant" herkend door:
52 % | van de Nederlanders; |
67 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
stellend | vergrotend | overtreffend |
---|---|---|
abundant | more abundant | most abundant |
abundant