• over·stro·ming
enkelvoud meervoud
naamwoord overstroming overstromingen
verkleinwoord overstrominkje overstrominkjes

de overstromingv

  1. het binnenlopen van water in doorgaans droog gebied
    • Midden-Europa heeft weer te kampen met overstromingen. 
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be