overnoemen/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van overnoemen | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
onvoltooid | tegenwoordig | overnoemen | te overnoemen | ||||||
toekomend | zullen overnoemen | te zullen overnoemen | |||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben overnoemd | te hebben overnoemd | ||||||
toekomend | overnoemd zullen hebben | overnoemd te zullen hebben | |||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
overnoemend | overnoemd | ev. overnoem |
mv. verouderd overnoemt |
overnoeme | |||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||
tegenwoordig (o.t.t.) | overnoem | overnoemt | overnoemt | overnoemt | overnoemt | overnoemen | overnoemen | overnoemen | |
verleden (o.v.t.) | overnoemde | overnoemde | overnoemde | overnoemde | overnoemde | overnoemden | overnoemden | overnoemden | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal overnoemen | zult/zal overnoemen | zult/zal overnoemen | zult overnoemen | zal overnoemen | zullen overnoemen | zullen overnoemen | zullen overnoemen | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou overnoemen | zou overnoemen | zou(dt) overnoemen | zoudt overnoemen | zou overnoemen | zouden overnoemen | zouden overnoemen | zouden overnoemen | |
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb overnoemd | hebt overnoemd | hebt/heeft overnoemd | hebt overnoemd | heeft overnoemd | hebben overnoemd | hebben overnoemd | hebben overnoemd | |
verleden (v.v.t.) | had overnoemd | had overnoemd | had overnoemd | hadt overnoemd | had overnoemd | hadden overnoemd | hadden overnoemd | hadden overnoemd | |
toekomend (v.t.t.t.) | zal overnoemd hebben | zal/zult overnoemd hebben | zult/zal overnoemd hebben | zult overnoemd hebben | zal overnoemd hebben | zullen overnoemd hebben | zullen overnoemd hebben | zullen overnoemd hebben | |
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou overnoemd hebben | zou overnoemd hebben | zou/zoudt overnoemd hebben | zoudt overnoemd hebben | zou overnoemd hebben | zouden overnoemd hebben | zouden overnoemd hebben | zouden overnoemd hebben |