overnoemt
- over·noemt
vervoeging van |
---|
overnoemen |
overnoemt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overnoemen
- Jij overnoemt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overnoemen
- Hij overnoemt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van overnoemen
- Overnoemt!