Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: overwicht
  • over·ge·wicht
enkelvoud meervoud
naamwoord overgewicht -
verkleinwoord - -

het overgewichto

  1. te groot lichaamsgewicht
    • Overgewicht is net zo schadelijk voor de economie als roken en zorgt voor evenveel ziektedagen en vervroegd stoppen met werken. [1] 
  2. wat bij verkoop boven het bepaald gewicht wordt toegegeven of geleverd blijkt te zijn.
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]