titel: overdenking
  • over·den·king
enkelvoud meervoud
naamwoord overdenking overdenkingen
verkleinwoord overdenkinkje overdenkinkjes

de overdenkingv

  1. het denken aan iets en de gedachtes, gevoelens en herinneringen die daarbij naar boven komen
    • De vorm die Marsman voor haar overdenkingen gekozen heeft, is bepaald niet traditioneel. Toegegeven: het verhaal (klimaatwetenschapper gaat naar Italië en wordt geconfronteerd met de ondubbelzinnige effecten van wereldwijde opwarming) wordt hapklaar opgediend, maar verder heeft Marsman haar tekst in splinters geslagen. Ida’s relaas is doorregen met korte en langere gedichten, filosofisch aandoende essays en columnachtige overpeinzingen - dat alles voorzien van voetnoten en zelfs een bibliografie. Deze associatieve, genre-overstijgende werkwijze doet soms denken aan het werk van Charlotte Mutsaers, een verwante ziel met een nog grilliger register. [2] 
    • 18.45 uur 4 mei overdenking in de Oude Blasius Kerk [3] 
    • RTV Utrecht plaatste Van Andels overdenking vrijdag online. Volgens hem zijn door de „inbreng” van Borst als minister van Volksgezondheid „de meest goddeloze wetten in ons land aangenomen.” Hij hekelt haar uitspraak in 2001 na aanvaarding van de euthanasiewet: „Het is volbracht” - volgens Van Andel een spottende verwijzing naar Jezus’ kruiswoord. „Maar God laat niet met Zich spotten.”[4] 
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Standaard VRIJDAG 14 JULI 2017
  3. Tubantia 02-05-2017
  4. NRC 15 maart 2014