Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·tem·pla·tie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘beschouwing, meditatie’ voor het eerst aangetroffen in 1265 [1]
  • Afkomstig van het Latijnse contemplātiō (met het voorvoegsel con-)
  • Naamwoord van handeling van contempleren met het achtervoegsel -atie
enkelvoud meervoud
naamwoord contemplatie contemplaties
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de contemplatiev

  1. een beschouwing
    • Hoewel contemplatie en meditatie nauw aan elkaar verwant zijn, is er een verschil 
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

81 % van de Nederlanders;
80 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen