bespiegeling
- Geluid: bespiegeling (hulp, bestand)
- IPA: / bəˈspiɣəˌlɪŋ / (4 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /bə.ˈspi.χə.lɪŋ/
- (Vlaanderen, Brabant): /bə.ˈspi.ɣə.lɪŋ/
- (Limburg): /bə.ˈspi.ɣə.lɪŋ/
- be·spie·ge·ling
- Naamwoord van handeling van bespiegelen met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bespiegeling | bespiegelingen |
verkleinwoord | bespiegelingetje | bespiegelingetjes |
de bespiegeling v
- een overdenking over een bepaald onderwerp uitmondend in een bespreking
- Hij schreef een korte bespiegeling daarvan in zijn kolom in de krant.
- ▸ Dit waren echter bespiegelingen die minder belangrijk leken dan ze daadwerkelijk waren.[1]
1. een overdenking over een bepaald onderwerp uitmondend in een bespreking
- Het woord bespiegeling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bespiegeling" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be