• IPA: /ɔrˈbʲital/

orbital m

  1. (natuurkunde) orbitaal; het gebied rondom een atoomkern waarin elektronen met een bepaalde energie zich met 90% waarschijnlijkheid bevinden
  2. (natuurkunde) orbitaal; de omloop (van een satelliet) betreffend


orbital

  1. (natuurkunde) orbitaal; het gebied rondom een atoomkern waarin elektronen met een bepaalde energie zich met 90% waarschijnlijkheid bevinden


  • or·bi·tal
  • afgeleid van het Latijnse orbita (baan (van hemellichaam)) of het Spaanse órbita met het achtervoegsel -al
  enkelvoud meervoud
mannelijk orbital orbitales
vrouwelijk orbital orbitales

orbital

  1. orbitaal


  • IPA: /ɔrbɪtal/
  • or·bi·tal

orbital monbezield

  1. (natuurkunde) orbitaal; het gebied rondom een atoomkern waarin elektronen met een bepaalde energie zich met 90% waarschijnlijkheid bevinden
  2. (natuurkunde) orbitaal; de omloop (van een satelliet) betreffend