opium
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- opi·um
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘verdovend middel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1554 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | opium | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (scheikunde) het ingedroogde melksap van de opiumpapaver of slaapbol (Papaver somniferum), een pijnstillend, verdovend en verslavend middel
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Hyperoniemen
Vertalingen
1. het ingedroogde melksap van de opiumpapaver of slaapbol (Papaver somniferum), een pijnstillend, verdovend en verslavend middel
Gangbaarheid
- Het woord opium staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "opium" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "opium" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be