openleggen/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van openleggen | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | openleggen | open te leggen | ||||||||
toekomend | zullen openleggen open zullen leggen |
te zullen openleggen open te zullen leggen | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben opengelegd | te hebben opengelegd | ||||||||
toekomend | opengelegd zullen hebben | opengelegd te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
openleggend | opengelegd | ev. leg open |
mv. verouderd legt open |
legge open (bijzin) openlegge | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
hoofdzin | ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | leg open | legt open | legt open | legt open | legt open | leggen open | leggen open | leggen open | |||
verleden (o.v.t.) | legde open | legde open | legde open | legde open | legde open | legden open | legden open | legden open | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal openleggen | zult/zal openleggen | zult/zal openleggen | zult openleggen | zal openleggen | zullen openleggen | zullen openleggen | zullen openleggen | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou openleggen | zou openleggen | zou(dt) openleggen | zoudt openleggen | zou openleggen | zouden openleggen | zouden openleggen | zouden openleggen | |||
bijzin | .. dat ik | .. dat jij, je | .. dat u | .. dat gij | .. dat hij, zij, het | .. dat wij | .. dat jullie | .. dat zij | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | openleg | openlegt | openlegt | openlegt | openlegt | openleggen | openleggen | openleggen | |||
verleden (o.v.t.) | openlegde | openlegde | openlegde | openlegde | openlegde | openlegden | openlegden | openlegden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal openleggen open zal leggen |
zult/zal openleggen open zult/zal leggen |
zult/zal openleggen open zult/zal leggen |
zult openleggen open zult leggen |
zal openleggen open zal leggen |
zullen openleggen open zullen leggen |
zullen openleggen open zullen leggen |
zullen openleggen open zullen leggen | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou openleggen open zou leggen |
zou openleggen open zou leggen |
zou(dt) openleggen open zou(dt) leggen |
zoudt openleggen open zoudt leggen |
zou openleggen open zou leggen |
zouden openleggen open zouden leggen |
zouden openleggen open zouden leggen |
zouden openleggen open zouden leggen | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb opengelegd | hebt opengelegd | hebt/heeft opengelegd | hebt opengelegd | heeft opengelegd | hebben opengelegd | hebben opengelegd | hebben opengelegd | |||
verleden (v.v.t.) | had opengelegd | had opengelegd | had opengelegd | hadt opengelegd | had opengelegd | hadden opengelegd | hadden opengelegd | hadden opengelegd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal opengelegd hebben | zal/zult opengelegd hebben | zult/zal opengelegd hebben | zult opengelegd hebben | zal opengelegd hebben | zullen opengelegd hebben | zullen opengelegd hebben | zullen opengelegd hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou opengelegd hebben | zou opengelegd hebben | zou/zoudt opengelegd hebben | zoudt opengelegd hebben | zou opengelegd hebben | zouden opengelegd hebben | zouden opengelegd hebben | zouden opengelegd hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm opengelegd worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt opengelegd | er is opengelegd | |||||||||
verleden | er werd opengelegd | er was opengelegd | |||||||||
toekomend | er zal opengelegd worden | er zal opengelegd zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou opengelegd worden | er zou opengelegd zijn | |||||||||
lijdende vorm opengelegd worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | opengelegd worden | opengelegd te worden | ||||||||
toekomend | opengelegd zullen worden | opengelegd te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | opengelegd zijn | opengelegd te zijn | ||||||||
toekomend | opengelegd zullen zijn | opengelegd te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word opengelegd | wordt opengelegd | wordt opengelegd | wordt opengelegd | wordt opengelegd | worden opengelegd | worden opengelegd | worden opengelegd | |||
verleden (o.v.t.) | werd opengelegd | werd opengelegd | werd opengelegd | werdt opengelegd | werd opengelegd | werden opengelegd | werden opengelegd | werden opengelegd | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal opengelegd worden | zult opengelegd worden | zult opengelegd worden | zult opengelegd worden | zal opengelegd worden | zullen opengelegd worden | zullen opengelegd worden | zullen opengelegd worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou opengelegd worden | zou opengelegd worden | zou/zoudt opengelegd worden | zoudt opengelegd worden | zou opengelegd worden | zouden opengelegd worden | zouden opengelegd worden | zouden opengelegd worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben opengelegd | bent opengelegd | bent/is opengelegd | zijt opengelegd | is opengelegd | zijn opengelegd | zijn opengelegd | zijn opengelegd | |||
verleden (v.v.t.) | was opengelegd | was opengelegd | was opengelegd | waart opengelegd | was opengelegd | waren opengelegd | waren opengelegd | waren opengelegd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal opengelegd zijn | zult opengelegd zijn | zult opengelegd zijn | zult opengelegd zijn | zal opengelegd zijn | zullen opengelegd zijn | zullen opengelegd zijn | zullen opengelegd zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou opengelegd zijn | zou opengelegd zijn | zou/zoudt opengelegd zijn | zoudt opengelegd zijn | zou opengelegd zijn | zouden opengelegd zijn | zouden opengelegd zijn | zouden opengelegd zijn |