oosterlengte
- Geluid: oosterlengte (hulp, bestand)
- IPA: /'ostərlɛŋtə/
- oos·ter·leng·te
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oosterlengte | |
verkleinwoord |
de oosterlengte v
- lengtegraad ten oosten van de nulmedidiaan tot 180o
- Sinds het vertrek in Tromsø (18 graden Oosterlengte) zijn we zo ver naar het oosten gevaren dat we nu al de datumgrens gepasseerd zijn en ons op 173 graden Westerlengte bevinden.[2]
- En laat nu juist blijken dat de genoemde coördinaten 53°52'64' noorderbreedte en 2°59'54' oosterlengte precies vallen binnen het gebied dat de sector zelf heeft voorgesteld om te sluiten. Vissers zitten namelijk altijd op zee en weten precies waar ze vis willen en gemakkelijk kunnen vangen. Veelal blijkt dat stenige gebieden rijk aan zeeleven zijn en minder geschikt om (plat)vis (met sleepnetten) te vangen.[3]
- Het woord oosterlengte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "oosterlengte" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ De Volkskrant Jorien Vonk 25 augustus 2014 Expeditie Noordpool: hamburgers aan land
- ↑ De Volkskrant Marloes Kraan 21 juni 2011 Noordzee is nog lang niet uitgeput
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be