onzelieveheersbeestje

Nederlands

 
onzelieveheersbeestje
Uitspraak
Woordafbreking
  • on·ze·lie·ve·heers·beest·je
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord
verkleinwoord onzelieveheersbeestje onzelieveheersbeestjes

Zelfstandig naamwoord

het onzelieveheersbeestjeo dim. tant. [1]

  1. (kevers) benaming voor torren uit de familie Coccinellidae  
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen