kapoentje
- ka·poen·tje
het kapoentje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord kapoen
- dim. tant. (verouderd) lieveheersbeestje
- De betekenis "lieveheersbeestje" is in Nederland nooit gangbaar geweest.
- Het woord kapoentje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kapoentje" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Weblink bron Mijn Hond. (1873) in: Dit zijn zonnestralen, Wed. Nys, Brussel, p. 61
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be