Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • olijf·kleu·rig
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen olijfkleurig olijfkleuriger olijfkleurigst
verbogen olijfkleurige olijfkleurigere olijfkleurigste
partitief olijfkleurigs olijfkleurigers -

Bijvoeglijk naamwoord

olijfkleurig

  1. de kleur van olijven hebbend
    • Dat is een olijfkleurig kozijn. 
Vertalingen

Gangbaarheid