ochtendgloren
- och·tend·glo·ren
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ochtendgloren | |
verkleinwoord |
het ochtendgloren o
- het eerste licht van de dag voordat de zon opgaat
- Als je vroeg opstaat kun je het ochtendgloren zien.
- Daalder (56), oud-Amerikaans ambassadeur bij de NAVO en onder Bill Clinton lid van de Nationale Veiligheidsraad, heeft slecht geslapen. Er is tijdens het eerste ochtendgloren in het Trump-tijdperk nog veel onzeker, maar van het wereldbeeld van de nieuwe president wordt Daalder, nu directeur van de Chicago Council on Global Affairs, onrustig. Het zeventig jaar oude internationale stelsel verandert van gedaante, taxeert hij. [2]
- dageraad, morgenstond, zonsopgang, ochtendkrieken, ochtendstond, ochtendschemering, ochtenddeemstering
- Het woord ochtendgloren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ochtendgloren" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Michel Kerres 10 november 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be