nooit
- nooit
nooit
- op geen enkel eerder moment
- ▸ 'La duquesa komt hier nooit,' zei Teresa. 'Ze woont in Barcelona en Parijs en New York. Ze heeft hier niets te zoeken.'[4]
- ▸ De meeste gezichten had ik nog nooit gezien.[5]
- ▸ Hind, die nooit eerder was aangezien voor iemand met een verantwoordelijkheidsgevoel, had zich hetzelfde afgevraagd. Haar conclusie was dan ook dat het niet alleen een klus was die ze in opdracht van haar baas uitvoerde maar dat ze hem een gunst verleende.[6]
- Beter laat dan nooit.
Als iets pas laat gebeurt of lukt, is dat nog altijd beter dan dat het helemaal niet gebeurt of lukt
- Een rupsje nooitgenoeg
Iemand die nooit genoeg heeft of nooit tevreden met iets is[7]
- Zeg nooit "nooit".
Iets mag in geen geval bij voorbaat worden uitgesloten
1. op geen enkel moment
|
|
- Het woord nooit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "nooit" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[8] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ nooit op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "nooit" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Jessie Burton (vert.Marja Borg)“De muze” (2017), Luitingh-Sijthoff
, ISBN 9789024574704
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Safae el Khannoussi“Oroppa” (2024), Uitgeverij Pluim
, ISBN 9789493339125
- ↑ Verwijzing naar een kinderboek uit 1969 van Eric Carle
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be