• ne·ven·toon
enkelvoud meervoud
naamwoord neventoon neventonen
verkleinwoord neventoontje neventoontjes

de neventoonm

  1. (muziek) een toon die is afgeleid van een stamtoon, die met (ongeveer) één of twee halve tonen is verhoogd of verlaagd. Door de gelijkzwevende stemming zijn de verschillen vereffend en telt men zeven stamtonen en vijf “halve tonen.”
    • De zwarte toetsen op een klavier zijn de neventonen, ze zijn gelijk voor verhogingen en verlagingen van de naastliggende witte toetsen (stamtonen.)