negerzoen
- ne·ger·zoen
- In de betekenis van ‘met geklopt eiwit gevuld koekje, overtrokken met chocolade’ voor het eerst aangetroffen in 1950 [1]
- samenstelling van neger en zoen [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | negerzoen | negerzoenen |
verkleinwoord | negerzoentje | negerzoentjes |
de negerzoen m
- lekkernij, bestaande uit een rond wafeltje, een bolletje schuim (van suiker en ei) en een overkapping van chocolade
- Met zijn verjaardag trakteerde hij op negerzoenen.
1. een lekkernij, bestaande uit een rond wafeltje, een bolletje schuim (van suiker en ei) en een overkapping van chocolade
- Het woord negerzoen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "negerzoen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "negerzoen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ negerzoen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be