nachtschadefamilie
- (IPA in voorbereiding)
- nacht·scha·de·fa·mi·lie
- samenstelling van nachtschade zn en familie zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nachtschadefamilie | |
verkleinwoord | nachtschadefamilietje | nachtschadefamilietjes |
de nachtschadefamilie v
- (bloemplanten) een familie Solanaceae van bedektzadige planten. De familie bevat veel giftige planten als de zwarte nachtschade, die deels als medicijn gebruikt kan worden, maar ook bekende nutsgewassen als de aardappel, de antruwa, de aubergine, de paprika en de tomaat. Andere bekende planten zijn de gewone tabaksplant en petunia. Deze laatste wordt evenals Brugmansia vanwege de sierlijke bloemen gekweekt
- lampionplant, mandragora, nachtschade, zwarte nachtschade
- ashwaganda, aubergine, bilzekruid, bitterzoet, Chinese boksdoorn, donsnachtschade, doornappel, driebloemige nachtschade, gewone boksdoorn, gewone tabaksplant, glansbesnachtschade, kannibaaltomaat, klimmende nachtschade, lulo, marmeladestruik, orinoco-appel, pepino, petunia, reuzenklimtrompet, sodomsappel, tabasco, tamarillo, wolfskers, zegekruid
- Het woord nachtschadefamilie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- [1] nachtschadefamilie in het Nederlands Soortenregister N
- [1] nachtschadefamilie op Wikidata