modulatie
- mo·du·la·tie
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘stembuiging’ voor het eerst aangetroffen in 1669 [1]
- Naamwoord van handeling van moduleren met het achtervoegsel -atie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | modulatie | modulaties |
verkleinwoord | - | - |
de modulatie v
- stembuiging
- (muziek) overgang van de ene toonsoort naar de andere
- ontwerp volgens een modulus
- (informatica) het omzetten van een analoog signaal naar een digitaal b.v. pulscodemodulatie, analoog-digitaal conversie
- (elektronica) (telecommunicatie) het moduleren van een analoog signaal op een draaggolf met veel hogere frequentie teneinde het meer geschikt te maken voor de transmissieweg b.v. amplitudemodulatie, fasemodulatie, frequentiemodulatie
1.
- Het woord modulatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "modulatie" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "modulatie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be