millimeteren/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van millimeteren | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | millimeteren | te millimeteren | ||||||||
toekomend | zullen millimeteren | te zullen millimeteren | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben gemillimeterd | te hebben gemillimeterd | ||||||||
toekomend | gemillimeterd zullen hebben | gemillimeterd te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
millimeterend | gemillimeterd | ev. millimeter |
mv. verouderd millimetert |
millimetere | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | millimeter | millimetert | millimetert | millimetert | millimetert | millimeteren | millimeteren | millimeteren | |||
verleden (o.v.t.) | millimeterde | millimeterde | millimeterde | millimeterde | millimeterde | millimeterden | millimeterden | millimeterden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal millimeteren | zult/zal millimeteren | zult/zal millimeteren | zult millimeteren | zal millimeteren | zullen millimeteren | zullen millimeteren | zullen millimeteren | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou millimeteren | zou millimeteren | zou(dt) millimeteren | zoudt millimeteren | zou millimeteren | zouden millimeteren | zouden millimeteren | zouden millimeteren | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb gemillimeterd | hebt gemillimeterd | hebt/heeft gemillimeterd | hebt gemillimeterd | heeft gemillimeterd | hebben gemillimeterd | hebben gemillimeterd | hebben gemillimeterd | |||
verleden (v.v.t.) | had gemillimeterd | had gemillimeterd | had gemillimeterd | hadt gemillimeterd | had gemillimeterd | hadden gemillimeterd | hadden gemillimeterd | hadden gemillimeterd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal gemillimeterd hebben | zal/zult gemillimeterd hebben | zult/zal gemillimeterd hebben | zult gemillimeterd hebben | zal gemillimeterd hebben | zullen gemillimeterd hebben | zullen gemillimeterd hebben | zullen gemillimeterd hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gemillimeterd hebben | zou gemillimeterd hebben | zou/zoudt gemillimeterd hebben | zoudt gemillimeterd hebben | zou gemillimeterd hebben | zouden gemillimeterd hebben | zouden gemillimeterd hebben | zouden gemillimeterd hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm gemillimeterd worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt gemillimeterd | er is gemillimeterd | |||||||||
verleden | er werd gemillimeterd | er was gemillimeterd | |||||||||
toekomend | er zal gemillimeterd worden | er zal gemillimeterd zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou gemillimeterd worden | er zou gemillimeterd zijn | |||||||||
lijdende vorm gemillimeterd worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | gemillimeterd worden | gemillimeterd te worden | ||||||||
toekomend | gemillimeterd zullen worden | gemillimeterd te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | gemillimeterd zijn | gemillimeterd te zijn | ||||||||
toekomend | gemillimeterd zullen zijn | gemillimeterd te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word gemillimeterd | wordt gemillimeterd | wordt gemillimeterd | wordt gemillimeterd | wordt gemillimeterd | worden gemillimeterd | worden gemillimeterd | worden gemillimeterd | |||
verleden (o.v.t.) | werd gemillimeterd | werd gemillimeterd | werd gemillimeterd | werdt gemillimeterd | werd gemillimeterd | werden gemillimeterd | werden gemillimeterd | werden gemillimeterd | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal gemillimeterd worden | zult gemillimeterd worden | zult gemillimeterd worden | zult gemillimeterd worden | zal gemillimeterd worden | zullen gemillimeterd worden | zullen gemillimeterd worden | zullen gemillimeterd worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou gemillimeterd worden | zou gemillimeterd worden | zou/zoudt gemillimeterd worden | zoudt gemillimeterd worden | zou gemillimeterd worden | zouden gemillimeterd worden | zouden gemillimeterd worden | zouden gemillimeterd worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben gemillimeterd | bent gemillimeterd | bent/is gemillimeterd | zijt gemillimeterd | is gemillimeterd | zijn gemillimeterd | zijn gemillimeterd | zijn gemillimeterd | |||
verleden (v.v.t.) | was gemillimeterd | was gemillimeterd | was gemillimeterd | waart gemillimeterd | was gemillimeterd | waren gemillimeterd | waren gemillimeterd | waren gemillimeterd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal gemillimeterd zijn | zult gemillimeterd zijn | zult gemillimeterd zijn | zult gemillimeterd zijn | zal gemillimeterd zijn | zullen gemillimeterd zijn | zullen gemillimeterd zijn | zullen gemillimeterd zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gemillimeterd zijn | zou gemillimeterd zijn | zou/zoudt gemillimeterd zijn | zoudt gemillimeterd zijn | zou gemillimeterd zijn | zouden gemillimeterd zijn | zouden gemillimeterd zijn | zouden gemillimeterd zijn |