• milk·shake
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘drank’ voor het eerst aangetroffen in 1960 [1]
  • samenstelling van  milk  en  shake  [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord milkshake milkshakes
verkleinwoord milkshakeje milkshakejes

de milkshakem

  1. (drinken) een dikke koude drank, een mengsel gemaakt van melk, roomijs en vruchten
     Het water liep me spontaan in de mond als ik dacht aan een vanille milkshake en cola met ijs.[3]
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[4]