Milk.
Melk.
Naar frequentie 1908 (naamwoord)


enkelvoud meervoud
milk -

milk

  1. (drinken)  melk zn 
    «Add the milk slowly, stirring constantly, and cook for 3 minutes.»
    Voeg onder voortdurend roeren langzaam de melk toe en kook het gedurende 3 minuten.

milk

  1. onovergankelijk (v.e. koe e.d.) melk geven
  2. overgankelijk melken
  3. overgankelijk exploiteren, uitbuiten [2]
  4. overgankelijk onttrekken
  5. overgankelijk, (telecommunicatie) (bijv. een telefoongesprek) aftappen [2]


  • IPA: /mɪlk/ (Etsbergs)

milk v

  1. verouderde spelling van mèlk van vóór 1998.