[1] Aftappen van droesem Carmel Winery op Wikipedia (en) (Risjon Letsion op Wikipedia (nl)) in 1960
  • af·tap·pen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aftappen
tapte af
afgetapt
zwak -t volledig

aftappen

  1. overgankelijk ergens iets van afnemen, gewoonlijk een vloeistof
    • Het aftappen van het bloed ging pijnloos. 
  2. overgankelijk, (telecommunicatie) door middel van het plaatsen van afluisterapparatuur informatie verkrijgen uit gesprekken die andere mensen voeren
    • Het gesprek werd stiekem afgetapt. 
100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]
  • Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be