Afgemeerd aan een meerboei
  • meer·boei
enkelvoud meervoud
naamwoord meerboei meerboeien
verkleinwoord meerboeitje meerboeitjes

de meerboeim

  1. (scheepvaart) een drijver waaraan boten kunnen afmeren
    • Een getijhaven vol met jachten aan meerboeien.