mathemaat
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ma·the·maat
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mathemaat | mathematen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de mathemaat m
- (wiskunde), (beroep) een wetenschapper die de wiskunde beoefent
Synoniemen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord 'mathemaat' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.