mathematicus
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ma·the·ma·ti·cus
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mathematicus | mathematici |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de mathematicus m
- (wiskunde), (beroep) een wetenschapper die de wiskunde beoefent
Synoniemen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord mathematicus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "mathematicus" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be