• IPA: /mɛːdɪjʊm/

médium o

  1. medium


  • mé·dium
enkelvoud meervoud
médium médiumes

médium m/v

  1. (natuurkunde) medium


  • IPA: /mɛːdɪjʊm/
  • mé·dium
  • Afgeleid van het Latijnse medium

médium o

  1. (informatica) medium; een fysieke drager van informatie
    «Disketa je dnes již zcela zastaralým médiem
    De diskette is vandaag al een verouderd medium.
  2. medium; een overdrager van informatie uit andere dimensies, iemand met paranormale vermogens
    «Mrtví a duchové mluví prostřednictvím médií
    De doden en geesten spreken door middel van media.
  3. (communicatie) (vaak meervoud) medium; massacommunicatiemiddel
    «Podle mých zkušeností nebývají zprávy v čínských médiích obvykle příliš přesné.»
    Mijn ervaring is dat nieuws in de Chinese media meestal niet erg nauwkeurig is.
  4. (natuurkunde) medium; tussenstof, ether
  5. een type "halfzachte" wax voor ski's
  6. (grammatica) medium; een grammaticale vorm van het werkwoord
  1. nosič monbezield, datový nosič monbezield
  2. senzibil monbezield
  3. masmédium o, sdělovací prostředek monbezield
  1. aktivum o, pasivum o