loefgierig

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  loefgierig    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• loef·gie·rig

Woordherkomst en -opbouw

• Samenstellende afleiding van loef (stam van loeven) en gier met het achtervoegsel -ig

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	loefgierig	loefgieriger	loefgierigst
verbogen	loefgierige	loefgierigere	loefgierigste
partitief	loefgierigs	loefgierigers	-

Bijvoeglijk naamwoord

loefgierig

1. (scheepvaart) de neiging hebbend om op te loeven

   • Deze loefgierige plank heeft een zeilpunt dat veel te ver achter het laterale punt ligt. 

Antoniemen

• lijgierig

Afgeleide begrippen

• loefgierigheid

Verwante begrippen

• loef
• lij
• oploeven
• afvallen

Gangbaarheid

• Het woord 'loefgierig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.