lepelblad
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- le·pel·blad
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lepelblad | lepelbladen |
verkleinwoord | lepelblaadje | lepelblaadjes |
Zelfstandig naamwoord
het lepelblad o
- holle deel van een lepel
- (plantkunde) benaming voor kruisbloemige planten van het geslacht Cochlearia
- (gereedschap) deel van een boor waarin het boorijzer zit
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
- [2] lepelbladziekte
Vertalingen
2. benaming voor kruisbloemige planten van het geslacht Cochlearia
Gangbaarheid
- Het woord lepelblad staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.