Leioog
  • lei·oog
  • samenstelling van de afkorting van de stam van geleiden en oog
enkelvoud meervoud
naamwoord leioog leiogen
verkleinwoord leioogje leioogjes

het leioogo

  1. (techniek), (scheepvaart) een gat of ring waardoor een stang of touw wordt geleid
    • Haal de schoot door het leioog en leg er dan een Vlaamse achtknoop in.