leerkracht
- Geluid: leerkracht (hulp, bestand)
- leer·kracht
- Leenvertaling van Duits Lehrkraft, in de betekenis van ‘onderwijzer’ voor het eerst aangetroffen in 1905 [1]
- samenstelling van leer ww en kracht
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | leerkracht | leerkrachten |
verkleinwoord | leerkrachtje | leerkrachtjes |
- (onderwijs), (beroep) iemand die lesgeeft
- De leerkracht wist in de moeilijke klas goed orde te houden.
1. iemand die lesgeeft
- Het woord leerkracht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "leerkracht" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "leerkracht" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be