landijs
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: landijs (hulp, bestand)
- IPA: / ˈlɑntɛɪs / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈlɑntɛɪ̯s/, /ˈlɑntæɪ̯s/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈlɑntɛːs/
- (Limburg): /ˈlɑntɛɪ̯s/
Woordafbreking
- land·ijs
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van land en ijs
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | landijs | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het landijs o
- een dik ijspakket dat een landgebied van grote omvang bedekt
- Bijna al het landijs op Groenland is deze maand gesmolten.
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. de vaste vorm van water, bevroren water
Gangbaarheid
- Het woord landijs staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "landijs" herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
74 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be