• kruh

kruh monbezield

  1. (wiskunde) schijf, cirkelschijf; een verzameling van alle punten binnen een cirkel (open schijf) of met de cirkel meegerekend (gesloten schijf)
    «Plocha kruhu o jednotkovém poloměru je rovna Ludolfovu číslu.»
    Het oppervlak van een cirkelschijf met een straal van één is gelijk aan het getal van Ludolph.
  2. cirkel, ring; iets in de vorm van een cirkel
    «Všichni hráči se rozestavili do kruhu
    Alle spelers stelden zich in een cirkel op.
  3. cirkel, kring; een groep mensen met gemeenschappelijke kenmerken
    «Nejčastěji se pohybuje v uměleckých kruzích
    Hij begeeft zich vaak in artistieke cirkels.
  1. kolo o