kristal
- kris·tal
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘glanzend glas, kwarts’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1240 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kristal | kristallen |
verkleinwoord | kristalletje | kristalletjes |
het kristal o
- (kristallografie) een hoeveelheid ordelijk gerangschikte atomen of moleculen in vaste vorm
- (mineraal) glas met een aanzienlijke hoeveelheid loodoxide (wikidata: kristal )
- (elektronica) kwartskristal, waarmee het mogelijk is om een afstemkring met zeer scherpe resonantiepiek te maken
|
1. een hoeveelheid ordelijk gerangschikte atomen of moleculen in vaste vorm
- Het woord kristal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kristal" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "kristal" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be