• kwarts
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘delfstof’ voor het eerst aangetroffen in 1770 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord kwarts -
verkleinwoord - -

het kwartso [3]

  1. (kristallografie) (mineraal) een vorm van siliciumdioxide, SiO2 in kristalvorm met grote kristallen of als microscopisch kleine aggregaten
92 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[4]