Nederlands

 
sneeuwkristal
Uitspraak
Woordafbreking
  • sneeuw·kris·tal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord sneeuwkristal sneeuwkristallen
verkleinwoord sneeuwkristalletje sneeuwkristalletjes

Zelfstandig naamwoord

het sneeuwkristalo

  1. kristal met een zeshoekige vorm gemaakt van bevroren water
     Hier ontstond, onder Quispels snel voortrennende hielen, binnen de kortste keren de structuur van een sneeuwkristal, waarvan geen enkel facet, geen enkel flonkerend hoekpunt verwaarloosd mocht worden.[2]
     De unieke lichttechnologie maakt het mogelijk om allerlei symbolen te projecteren op het wegdek. Bijvoorbeeld een waarschuwing voor wegwerkzaamheden of een wegversmalling op de weg voor je. Of een enorm sneeuwkristal wanneer de temperatuur onder een bepaalde minimumwaarde zakt.[3]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Advocaat van de Hanen” (1990), De Bezige Bij  , ISBN 9789023479925
  3.   Weblink bron
    Erik Kouwenhoven
    “Koplampen gaan rij-instructies op de weg projecteren” (07-03-2018), Tubantia