krijgen/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van krijgen | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
onvoltooid | tegenwoordig | krijgen | te krijgen | ||||||
toekomend | zullen krijgen | te zullen krijgen | |||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben gekregen | te hebben gekregen | ||||||
toekomend | gekregen zullen hebben | gekregen te zullen hebben | |||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
krijgend | gekregen | ev. krijg |
mv. verouderd krijgt |
krijge | |||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||
tegenwoordig (o.t.t.) | krijg | krijgt | krijgt | krijgt | krijgt | krijgen | krijgen | krijgen | |
verleden (o.v.t.) | kreeg | kreeg | kreeg | kreegt[1] | kreeg | kregen | kregen | kregen | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal krijgen | zult/zal krijgen | zult/zal krijgen | zult krijgen | zal krijgen | zullen krijgen | zullen krijgen | zullen krijgen | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou krijgen | zou krijgen | zou(dt) krijgen | zoudt krijgen | zou krijgen | zouden krijgen | zouden krijgen | zouden krijgen | |
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb gekregen | hebt gekregen | hebt/heeft gekregen | hebt gekregen | heeft gekregen | hebben gekregen | hebben gekregen | hebben gekregen | |
verleden (v.v.t.) | had gekregen | had gekregen | had gekregen | hadt gekregen | had gekregen | hadden gekregen | hadden gekregen | hadden gekregen | |
toekomend (v.t.t.t.) | zal gekregen hebben | zal/zult gekregen hebben | zult/zal gekregen hebben | zult gekregen hebben | zal gekregen hebben | zullen gekregen hebben | zullen gekregen hebben | zullen gekregen hebben | |
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gekregen hebben | zou gekregen hebben | zou/zoudt gekregen hebben | zoudt gekregen hebben | zou gekregen hebben | zouden gekregen hebben | zouden gekregen hebben | zouden gekregen hebben |
- Hoewel het werkwoord een lijdend voorwerp draagt, ontbreken lijdende vormen geheel. Voor een lijdende constructie wordt meestal verkrijgen gebruikt.