Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ko·ri·an·der·zaad
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord korianderzaad korianderzaden
verkleinwoord korianderzaadje korianderzaadjes

Zelfstandig naamwoord

de korianderzaadm

  1. (specerij) gedroogde zaden van Coriandrum sativum  , veel gebruikt in de oosterse keuken
    (wikidata: korianderzaad  )
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen