komkommerfamilie
- (IPA in voorbereiding)
- kom·kom·mer·fa·mi·lie
- samenstelling van komkommer zn en familie zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | komkommerfamilie | komkommerfamilies |
verkleinwoord | komkommerfamilietje | komkommerfamilietjes |
de komkommerfamilie v
- (bloemplanten) een familie Cucurbitaceae van tweezaadlobbige planten. Het zijn meestal kruiden, maar soms ook struiken. De familie komt voornamelijk voor in de tropen van alle continenten, speciaal in Afrika en Zuid-Amerika. In gematigder streken worden soorten gecultiveerd. Het is een van de belangrijkste voedselproducerende plantenfamilies. Diverse soorten vormen een caudex en zijn daarom geliefd bij verzamelaars van succulenten
- augurk, suikermeloen
- ayote, cassabanana, chayote, fleskalebas, gehoornde meloen, heggenrank, jiaogulan, kolokwint, muskaatpompoen, reuzenpompoen, sierpompoen, sopropo, sponskomkommer, springkomkommer, Surinaamse wilde augurk, takako, tindola, vijgenbladpompoen, vleugelkomkommer, waspompoen, watermeloen
- Het woord 'komkommerfamilie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- [1] komkommerfamilie in het Nederlands Soortenregister N
- [1] komkommerfamilie op Wikidata