• knal·hard
stellend
onverbogen knalhard
verbogen knalharde
partitief knalhards

knalhard

  1. heel erg luid
    • Metallica heeft Hardwired... opgebouwd als een goed concert: het begint explosief, dan volgt een uitgesponnen, afwisselend middendeel met iets minder gas op de plank, en ze eindigen weer knalhard. De toegift, ‘Spit Out the Bone’, is het beste nummer dat ze in decennia hebben uitgebracht. Een vlijmscherpe headbanger waarbij James Hetfield het refrein zo hard uitspuugt dat je de spetters op je gezicht voelt. Wie had gedacht dat ze nog zo’n onweerstaanbaar nummer in zich hadden? [1] 
  2. heel erg heftig
    • Engström zet een knalhard verhaal neer, waarin Ludwig Licht zich niet altijd van zijn sympathiekste kant laat zien, geschreven in de traditie van het werk van Frederick Forsyth, met snufjes Lee Child en John le Carré. In deel twee, Ten zuiden van de hel, verhuist de hele karavaan naar de VS, waar Licht zich onder nare racisten mengt.[2]  
  3. met veel snelheid en kracht
    • „Van de 55 deelnemers is een vijftal zwak. Onder de overige vijftig zitten tien wereldtoppers en daarachter veertig die aan elkaar gewaagd zijn. Tot die groep behoor ik. Ik ben vastbesloten wat te laten zien in Peking. Daarvoor zal ik knalhard moeten fietsen. Dat is mijn sterkste onderdeel en daar ligt mijn enige kans op succes. Doordat ik nog niet was gekwalificeerd, moest ik vroeg pieken. Maar de tijd tot de Spelen is lang genoeg om me goed voor te bereiden.” [3] 
  4. fel en helder
92 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[4]
  1. NRC Peter van der Ploeg 23 november 2016
  2. Volkskrant Rolf Bos 4 maart 2017
  3. Volkskrant Henk Stouwdam 5 mei 2008
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be